‘Van knechtengrond naar een mooi en welvarend dorp’ , zo is Schalkhaar misschien wel het best te omschrijven.

Sinds 1 januari 1999 deel van de gemeente Deventer, daarvoor een kerkdorp in de gemeente Diepenveen.


Ooit was Schalkhaar een onduidelijk, wat hoger gelegen gebied met slechte grond en daardoor slechts schaars bevolkt door enkele kater(=keuter)boertjes. De naam Schalkhaar is hier volgens de historici ook aan ontleend: schalk=slechte grond, volgens anderen ook de naam voor de knecht of dagloner die hier woonde in zijn katerstede, haar=hoger gelegen, schrale, arme grond.

Het gebied maakte deel uit van de buurtschap Riele, op zijn beurt deel van de Gooyer Marke. Het bestond voor het grootste deel uit heide en moerassige grond, met hier en daar een roggeveld en werd doorsneden door de Spanjaardsdijk, een uitvalsweg van de stad Deventer.
Als kerkdorp ontwikkelt het zich eigenlijk pas na 1900. Een belangrijke stap in de ontwikkeling werd echter reeds gezet in 1810. Tijdens een bezoek van koning Lodewijk Napoleon aan de stad Deventer wist pastoor Andreas van de Vondervoort een bedrag van 10.000 gulden (ongeveer 4500 euro) los te krijgen voor de bouw van een kerk met pastorie in de buurtschap Riele.

Van dit geld werd, ongeveer op de plek van de huidige kerk, de zogeheten ‘Waterstaatskerk’ gebouwd die in 1895 werd vervangen door de St. Nicolaaskerk, een kerk in neo-gothische stijl, vorm gegeven door de Deventer architekt G. te Riele.

Schalkhaar is nu een prachtig, groen dorp met ca. 4000 inwoners, een fraaie kerk, scholen, moderne winkels, bedrijven en dienstverlenende instanties en beroepen waardoor een goede leefbaarheid gewaarborgd is. Park Braband, gelegen ten noorden van de Koningin Wilhelminalaan, is het groene hart van het dorp. Ooit als woeste grond aangekocht door Deventernaar Hendrik Budde werd het door toepassing van bemesting met ‘huuskesmest’ vruchtbaar gemaakt. Deze wijze van grondverbetering werd door hem ontdekt in Belgisch Brabant, waarmee de herkomst van de naam van het park verklaard is.

De gebr. Stoffel kochten het gebied in 1881 en verstrekten vervolgens landschaparchitekt L.J. Springer de opdracht er een park van te maken. Aan de rand van het park verschenen rond 1900 enkele fraaie villa’s: zo gaf familie van der Lande in 1898 opdracht tot de bouw van een villa met tennisbaan (deze woning heeft later, vanaf 1928 tot 1 januari 1999, dienst gedaan als gemeentehuis) (1e foto uit de reeks). Ongeveer tezelfdertijd verrezen de villa’s Zonneheuvel, gebouwd in opdracht van de firma Stoffel (foto hiernaast).

En Lariksenbosch van de familie van de Ven (hoek Kon. Wilhelminalaan –Kon. Julianaweg, kort voor de 2e wereldoorlog gesloopt).
Op de plaats van het huidige bejaarden/verzorgingshuis Park Braband/het Wissink bevond zich in die tijd de uitspanning/theeschenkerij ‘Wissink’.

In het dorp stond ook de korenmolen ‘De Hoop’, gebouwd in 1836 en gelegen op de hoek Mensinksdijkje-Oerdijk. Deze is helaas verdwenen tengevolge van verwoesting door oorlogsgeweld in april 1945.

Het huidige café-restaurant en partycentrum De Lindeboom kent ook een rijke geschiedenis. Ooit een boerderij en tapperij, o.a. ten dienste van de kerkgangers, dateert het uit 1813.
Andere nog bestaande gebouwen uit de ontstaansgeschiedenis van het dorp zijn: Het voormalige gemeentehuis (op de punt Pastoorsdijk-Mensinksdijkje-Kon.Wilhelminalaan), de boerderijen ’t Hagenvoorde, de Ganzeboom, Stitteler-Bonke, en Spekbroek.
Op het landgoed ‘de Wijtenhorst’ is het oorspronkelijke woonhuis afgebroken. Ook veel oude boerderijen zijn door de nieuwe bebouwing helaas verdwenen. Enkele straten herinneren nog aan de vroegere bewoners of soms naar het door hen uitgeoefende ambacht: het Mensink, de Botterije, Bakkerskamp, Cröddendijk, Fokkingshof, Laarmanskamp, etc.

Kort voor het uitbreken van de 2e wereldoorlog werd aan de rand van het dorp begonnen met de bouw van de Westenbergkazerne. Na de Duitse overval direkt door de bezetter in beslag genomen werd het komplex bestemd voor de opleiding van speciale politiemensen, op NSB-leest geschoeid. Dit politieopleidingsbataljon (POB) kreeg al snel een slechte reputatie door hun betrokkenheid bij de jacht op joden (o.a. razzia Amsterdam, augustus 1942) en het achterhalen van verzetsgroepen. De aanduiding ‘Schalkhaarders’ heeft daardoor bij velen een ongunstige klank behouden.

Van 1953 tot 1992 werd het 13e Pantser-infanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene, in de volksmond de Prinses Irenebrigade genoemd, in het komplex ondergebracht. Sedert 1992 is het opvangcentrum voor vluchtelingen en asielzoekers.

Het dorp kent van oudsher een bloeiend verenigingsleven met vele mogelijke aktiviteiten. Ter ondersteuning hiervan zijn een dorpshuis, een horecabedrijf met zalen, 2 sporthallen, 2 maneges, voetbal/handbalvelden en een tennispark aanwezig. De aanleg in 2003 van het ‘Dorpsplein bij de kerk’ aan de Timmermansweg past goed in het streven van de gemeente en plaatselijke belangenverenigingen om in het dorp een echt centrum te ontwikkelen.
Ook in de struktuurvisie 2002 van de gemeente Deventer is dit streven terug te vinden, waarbij vóóral de Pastoorsdijk en de Timmermansweg een funktie als winkelgebied kregen toegewezen. De van oudsher aan de Oerdijk gevestigde winkels en bedrijven sluiten daar enigszins bij aan. Verplaatsing van de weekmarkt naar de parkeerplaats hoek Lindeboomsweg-Timmermansweg en/of het Dorpsplein bij de kerk zal de ontwikkeling van het centrum in belangrijk mate versterken.



Geraadpleegde literatuur:
Schalkhaar, zicht op kerk en dorp. Ton Groot Koerkamp et.al. Uitgave: Parochie H. Nicolaas 1993.
Tussen kerk en molen. Tonny Mulder. Uitgave Schalkhaar Life 2001.
In de schaduw van de stad. Deel 1. Jan ten Hove. Uitgave IJsselacademie Kampen 1998.
In de schaduw van de stad. Deel 2. Wim Coster. Uitgave IJsselacademie Kampen 2000.
Kalender Oud Schalkhaar. Herman Sonnenberg. Uitgave eigen beheer 2003.